De scheefwoner
"Nu bleef het op de tweede toon hangen, alsof het ding met zijn laatste adem er nog een noot uit moest persen. "
De bel ging. Of tenminste: er klonk een valse toon dat onregelmatig onderbroken werd. Het haperende geluid leek in de verste verte niet meer op het deuntje dat het jarenlang afspeelde. De melodie, die verschrikkelijke melodie, die de kinderen hadden gekozen toen ze samen de elektrische deurbel installeerden. Het deuntje waar zij spontaan op dansten zodra de bel ging en dat Leo, meer dan eens, onbewust neuriede tijdens het koken. Nu bleef het op de tweede toon hangen, alsof het ding met zijn laatste adem er nog een noot uit moest persen.
De bel van de voordeur was al maanden kapot. De luidspreker bungelde binnen aan een enkel draadje, dat blijkbaar net genoeg stroom doorliet om dit krankzinnige geluid te produceren. Leo had het ding ooit toegetakeld, toen hij de zoveelste collectebus, kinderpostzegel of bal in de tuin beu was. Hij had het ding helemaal van de muur moeten rukken, bedacht hij zich nu.
In een kier van de slordig dichtgetrokken gordijnen stond het mens. Het hield een hand tegen het glas gedrukt en loerde naar binnen. Toen het Leo in zijn badjas op de bank zag zitten, begon het te zwaaien en zich onverstaanbaar uit te drukken. Leo vervloekte de gordijnen en liep naar de deur.
Het kettinkje van de deur klemde in zijn eigen roest en ook de haak gaf niet mee. Met een ruk ging het ding op een kier open. Niet omdat hij de aanbeller wantrouwde, wat ook het geval was, maar omdat de kapstok er pal voor stond. De voordeur gebruikte hij nauwelijks. Het halletje van één vierkante meter was niet bestemd als doorgang.
‘Goedemorg…’ Het mens keek vluchtig op zijn horloge en verbeterde: ‘middag, is het al zie ik. Goedemiddag. Ik ben op zoek naar de heer Woudesteijn?’ Leo had een hekel aan mensen die zinnen die geen vraag zijn uitspreken als vraag.
‘Gevonden.’
‘Ah! Goed dat ik u tref, meneer. Housing United heeft u meerdere keren geprobeerd te bereiken, maar helaas tevergeefs. U bent geen gemakkelijke om op te sporen, meneer Woudesteijn. Mag ik even binnenkomen?’
Leo herkende het logo op zijn shirt van een aantal enveloppen die ongeopend op tafel lagen. Een dakje met twee puntjes erin en een boog eronder. Leo had zich afgevraagd waarom elke vorm van communicatie met een lach gepaard moest gaan.
‘Ik ben nooit ergens anders geweest,’ zei Leo, waar de man hartelijk om moest lachen, zoals mensen uit beleefdheid lachen om een grap die niet grappig is. Het was geen grap. ‘Kijk wel uit voor de kapstok.’
‘In de meeste gevallen doen we niet aan huisbezoeken,’ begon de man, terwijl hij door de woonkamer liep, in de fauteuil plaatsnam en zijn tas op zijn schoot openritste. ‘Maar sommigen hebben de voorkeur om voor dit soort zaken een gezicht te zien. Ik schat zo in dat dat bij u ook het geval is.’ Met één hand voor zijn mond fluisterde hij dat hij, persoonlijk, er ook zo één was, één van de oude stempel. Hij knipoogde, alsof ze nu een groot geheim deelden. Hij haalde een thermosfles uit zijn tas, draaide de beker van de bovenkant en schonk koffie in. ‘Zo, ik ben voorzien. Tegenwoordig kan je niet meer anders, zoals u begrijpt. U bent oké zo?’
Leo knikte.
De man begon een verhaal met veel cijfers, maatregelen en uitdagingen. Dat Housing United er was ter ondersteuning voor de gemeenten. Dat zij, vanwege hun chronische personeelstekorten en gedateerde systemen niet zijn ingericht om zo’n groot vraagstuk te verwerken. Dat Housing United met innovatieve middelen dat gat kon opvullen. Hij noemde ook het woord synergy.
Leo hield met één hand zijn badjas dicht, en vroeg zich af waar het lint moest zijn gebleven.
‘Maar u hoeft niet bang te zijn dat u de enige bent, hoor. U bent al het negende huisbezoek voor vandaag. Sommigen krijgen nu eenmaal het nieuws zijdelings mee, ondanks alle berichtgeving. Anderen zijn weer volledig op de hoogte, maar stellen zich opstandig op ten aanzien van de veranderingen. Ik heb eigenlijk alles wel voorbij zien komen. Uw verhaal is heus niet uniek,’ vertrouwde hij Leo toe. ‘U kunt ervan uitgaan dat we er samen uitkomen, dat het streven van Housing United is om het verloop zo comfortabel mogelijk te laten zijn.’
Hij haalde een map uit zijn tas en bladerde door een stapel papieren, waarvoor hij zich verontschuldigde. ‘Ik ben zelf ook nog niet helemaal gewend aan papierwerk,’ legde hij uit, ‘maar het is voor het belang van de cliënt, zoals u begrijpt. Housing United gaat uiterst zorgvuldig om met vertrouwelijke persoonsinformatie. Ah, die zocht ik.’ Een reeks vragen volgde.
‘Woont u alleen in dit huis?’ vroeg hij, terwijl hij zijn pen bij de meerkeuzevakjes hield.
‘Ja.’
De pen schoof naar onder. ‘Hoelang al?’
‘Hoelang ik alleen woon of hoelang ik in dit huis woon?’
‘Beide.’
‘Goh, geen idee. Sinds de kinderen uit huis zijn, woon ik hier alleen, dat moet zo’n… negen? Nee, tien jaar geleden zijn. Mijn vrouw is eerder elders gaan wonen. In totaal woon ik hier nu bijna dertig jaar.’
De man keek op van zijn keuzevakjes. ‘U heeft een vrouw?’
‘Ja.’
‘Maar ze woont niet hier?’
‘Nee.’
‘En haar verblijfplaats is geverifieerd?’
‘Ik denk het. Ik heb haar een tijdje niet gesproken.’
‘Juist. Nou goed, daar zal ik later nog eens induiken. De kwestie is nu niet van belang,’ zei hij, alsof hij zichzelf ervan moest overtuigen. ‘Wat is de reden van uw solitaire woonsituatie?’
‘Waarom ik alleen woon?’
‘Ja?’ Weer zo’n vraag die geen vraag is.
‘Ik woon hier bijna heel mijn leven. Mijn kinderen zijn hier opgegroeid, ik heb ze hier op straat leren fietsen…’ Leo keek uit het raam, zweeg even en concludeerde vervolgens: ‘Ik kan me geen andere plek dan deze bedenken waar ik zou moeten wonen. De gedachte is nooit in mij opgekomen.’
Hij knikte en las een aantal gegevens voor, waaronder het aantal vierkante meters, het aantal kamers, de perceeloppervlakte en de BOZ-waarde. ‘Dat klopt allemaal?’
‘Het klinkt alsof u daar beter van op de hoogte bent dan ik.’
De man glimlachte. ‘Onze gegevens zijn inderdaad zeer up-to-date. Maar vanwege het papierwerk kan er nog wel eens een foutje insluipen. Zelf heb ik er een hekel aan om achter de feiten aan te lopen, maar in dit geval kan het helaas niet anders. In negen van de tien gevallen kloppen de gegevens, tenzij er sprake is van een verbouwing, bijvoorbeeld. Heeft u onlangs een grote verbouwing verricht?’
‘Een verbouwing…’ Leo keek om zich heen.
‘Dan kunt u denken aan een aanbouw, maar ook iets onbenulligs als een dakkapel heeft invloed op de realistisch bewoonbare oppervlakte van een woning?’
‘Nee, de laatste aanbouw is verricht door de oude bewoner. Dat moet dus dertig jaar geleden geweest zijn. Een hap van de tuin werd verruild voor een grotere keuken, badkamer met bad en een extra slaapkamer.’
‘Ik begrijp het. Een slimme keuze,’ vond de man. ‘Al zou een bad toch een luxe zijn die weinigen zich in deze tijden kunnen permitteren. We zullen straks door het huis lopen, dan kunt u toelichten wat de aanpassingen aan de woning zijn geweest. Uiteindelijk zijn we natuurlijk meer geïnteresseerd in de huidige staat van de woning en niet naar de oorspronkelijke staat. Het bestemmingsplan richt zich immers niet op het verleden, maar op kansen voor de toekomst.’
Na nog een tiental vragen liepen de mannen door het huis. Leo liet de slaapkamers van zijn kinderen zien, die er na tien jaar nog onveranderd uitzagen, de zolder, waar hij door de grote hoeveelheid dozen en spullen niet meer kon lopen, de kelder, die via het luik in de woonkamer toegankelijk is, en de aanbouw.
‘Ik denk dat ik voor nu voldoende informatie heb, meneer Woudesteijn. Heeft u nog vragen voor mij?’
‘Gaat u me uit mijn huis zetten?’
De man lachte en wapperde met zijn handen. ‘Welnee. Wij bij Housing United hanteren die termen liever niet. Ik moet daarbij altijd denken aan die haak van Rollercoaster Tycoon, weet u wel? Die haak die gasten uit het pretpark oppakt en naar elders verplaatst. Speelde u vroeger ook Rollercoaster Tycoon?’
‘Nee.’
‘Doet er ook niet toe. Nee, u hoeft niets te vrezen. We streven ernaar een oplossing te vinden dat voor beide partijen comfortabel is. Maar we moeten tegelijkertijd realistisch blijven. Scheefwonen is bij wet verboden, zoals u begrijpt, en gunsten als doorstroompremies zijn helaas van de baan. Is uw leefbare woonoppervlakte hoger dan wettelijk is toegestaan, dan begrijpt u dat we daar maatregelen voor moeten treffen. Alleen samen komen we uit de wooncrisis, hè?’ Hij zei het met zo’n deuntje dat hij kende van de campagnespotjes op tv. ‘De eerste stap is contact. Dat is het allerbelangrijkste. Zonder contact kan het verloop nog wel eens stroef zijn. Maar dat is er nu, dus ik heb er alle vertrouwen in. Ik zie geen enkele reden waarom het vervelend zou moeten worden. Toen ik u niet te pakken kreeg, gingen de volgende stappen wel even door mijn hoofd, maar ik ben blij dat we nu de reguliere route kunnen bewandelen.’
‘Wat gebeurt er nu?’
‘Naar aanleiding van het huisbezoek zullen we u een rapport toesturen met onze bevindingen en adviezen. Alle correspondentie hierover zal per post plaatsvinden, wederom vanwege privacyredenen. We willen immers niet dat deze informatie in handen komt van de verkeerde partijen.’
Leo knikte.
‘Ondertussen verwachten wij dat de bewoner zelf ook meedenkt in toekomstbestendige ideeën. Onze ervaring is dat de bewoner uiteindelijk zelf het beste in staat is om in te schatten wat wenselijk is en comfortabel. Wij bij Housing United luisteren dan ook het liefste naar de voorstellen aangedragen door de bewoners. Blijft u dus vooral uw ogen en oren openhouden voor alternatieve woonwensen. In de brief zult u een inlogcode ontvangen om toegang te krijgen tot ons portaal. Daarin kunt u al uw wensen en ideeën met ons delen.’
‘Niet per brief?’
‘Nee, deze correspondentie kan digitaal. Het gaat immers niet over gevoelige informatie. Zie het als een brainstorm, een gedachtewisseling. Uw persoonsgegevens zijn niet in het geding. Daarnaast is de kans op hacking klein, aangezien we alle mogelijke maatregelen treffen om de correspondentie te versleutelen. Maar wees gerust, zaken als besluitvorming, overdracht en financiële stromen zullen we altijd per brief communiceren. Het portaal is puur om tegemoet te komen in de behoeftes van de bewoner, om het contact zo laagdrempelig mogelijk te maken. U kunt er dag en nacht gebruik van maken als u wil. U vindt er ook hele nuttige tools, zoals de woontype-test. Dan kunt u ontdekken welke behoeftes voor u belangrijk zijn en leert u omgaan met het bijstellen van uw verwachtingen en eisen. Ook staat het vol met inspiratieverhalen van cliënten die u voorgingen. Maakt u er vooral gebruik van! We zullen echter wel binnen kantooruren reageren, dus het kan zijn dat u af en toe even moet wachten op een reactie op uw ideeën. Heeft u verder nog vragen voor mij?’
‘Ik geloof van niet.’
‘Dan wens ik u nog een prettige dag!’ De man wurmde zich tussen de deur en de kapstok en keek naar boven. ‘Wat een heerlijk weertje, hè? Blijft u vooral niet de hele dag binnen, hoor!’
Leo zag door het raam hoe de man in zijn auto stapte en wegreed. Hij sloot de gordijnen.